Jazz is altijd een grote liefde van mij geweest. Het is een liefde die me de laatste tien jaar ook regelmatig hartzeer heeft bezorgd.
Het begon pijn te doen in 2005, toen ik als analist ging werken bij Goldman Sachs in New York en nauwelijks meer tijd had om zelf te spelen. Dit werd nog sterker toen ik vader werd van ons eerste kind. Ik miste het muziek maken intens, maar probeerde wel zo vaak mogelijk naar concerten te gaan: van John Zorn in The Stone en Steve Coleman in de Jazz Gallery tot een piepjonge Aaron Parks in Smalls. Tijdens die optredens kwam op momenten een ongekend verdriet naar boven, dat dwars door mijn nieuwe zelfbeeld van de high performer brak.
Veel later, na de oprichting van mijn eerste start-up, gebeurde er iets vreemds en onverwachts: er ontwikkelde zich in mijn ondernemerschap een soort freudiaanse sublimatie van jazz. De interne verscheurdheid tussen muziek en werk werd daardoor verzacht, misschien zelfs een beetje geheeld.
Laat me proberen het uit te leggen.
Jazz ontstaat in de wisselwerking tussen structuur en chaos. Jazz gebruikt telkens opnieuw dezelfde harmonische patronen, die muzikanten voor zich hebben staan op een lead sheet (de bladmuziek, met de melodie op een enkele notenbalk en de akkoordsymbolen daarboven). Het punt is: als je gewoon de tune speelt met de juiste akkoorden en melodie, klinkt het eh, saai. Jazz gaat pas leven als muzikanten gaan improviseren: uit een paar toonladders ontstaan dan oneindig veel mogelijke toonreeksen, ritmes en fraseringen. De ultieme schoonheid van de muziek hangt dus niet af van de onderliggende structuur, maar van de muzikanten die erop improviseren. Luister even naar jazzmasters Joshua Redman en Brad Mehldau om dit in de praktijk te zien gebeuren.
Een dergelijke spontane dynamiek tussen zeer getalenteerde mensen is niet uniek voor jazzmuziek. Het gebeurt overal waar mensen hun talenten inzetten ten dienste van een gemeenschappelijke missie. Of je nu muziek maakt met instrumenten of een fantastisch product met technologie, deze gezamenlijke creativiteit is een geweldige ervaring voor wie het voorrecht heeft eraan deel te nemen.
Tijd dus om over te schakelen naar de wereld van de startups.
Als start-ups geld willen ophalen bij investeerders is een goed businessplan onontbeerlijk. Maar je kunt je afvragen wat nu eigenlijk de waarde is van zo’n plan. Heeft het voorspellende kracht met zijn cashflowoverzichten en marktverkenningen?
Het oude gezegde “investeer niet plannen, investeer in teams” geeft een deel van het antwoord. Met de enorme onzekerheid rond de ontwikkelingen van markt, prijzen, concurrentie, technologie en regelgeving, willen investeerders uiteindelijk geen visionaire powerpoint of financieel plan. Ze willen een team dat kan dansen op de grens van focus en behendigheid en daarbij, uiteraard, de nodig mazzel heeft.
Jouw ‘leadsheet’ kan je oorspronkelijke productspecificatie zijn, je go-to-market, je financieel plan, je keuze van technologiepartners, de samenstelling van je team. Je speelt je melodie voor je investeerders en hoopt dat ze ja knikken in het ritme.
Vooral in het begin is de start-up-lead sheet enkel een referentiekader. Feedback van je eerste klanten dwingt je vaak om productspecificaties te veranderen, de code te herschrijven, je marketing pitch te wijzigen en andere mensen in dienst te nemen: voor je het weet ben je aan het improviseren geslagen. Soms moeten ondernemers in de eerste jaren zelfs een fundamentele draai maken en hun hele business plan aanpassen: je gaat van een B2C- naar een B2B-model, schakelt over naar een ander klantsegment of verandert van een operationeel model naar een SaaS-model. Bij deze veranderingen, groot of klein, worden de improvisatievaardigheden van de band getest. Raken ze te snel afgeleid en verliezen ze hun focus? Of houden ze juist te lang vast aan structuur en raakt het geld op?
Deze spanning tussen focus enerzijds en aanpassingsvermogen anderzijds vormt de kern van elke start-up. Voor een start-up in groene technologie, zoals Scone is dit niet anders. In de strijd tegen klimaatverandering veranderen de inzichten van de wetenschap en het beleid van de overheid voortdurend. Je kunt dan mooie plannen uittekenen, maar als de realiteit anders blijkt dan gedacht, is improviseren noodzakelijk. Jazz kan ons hier leren: proberen deze spanning op te lossen werkt niet. Om iets moois en waardevols te maken, moet je gewoon het podium betreden en beginnen met musiceren. Je zult vanzelf merken of het publiek voor jou de handen op elkaar krijgt.